Zondag 5 september: Aarau-Luzern

De rit van gisteren heeft me met zware benen opgezadeld. Gelukkig staan er vandaag slechts 50 km op het programma. Dat moet ik op 3 à 4 uur kunnen afwerken. Nu ik toch in Suhr ben, kies ik voor de zuidelijke weg over Teufenthal, Unterkulm en Oberkulm die richting Luzern loopt. De Velolandroute, die mij gisteren veel te steile hellingen opstuurde, heeft mijn wantrouwen aangewakkerd. Daarom laat ik ze even links liggen. Ik rij door het Mittelland, naar Zwitserse maatstaven een veeleer vlakke regio tussen de Jura en het merengebied rond Luzern in, maar in de reliëfbeleving van een Vlaming een fors glooiend landschap. Al bij al nog 350 hoogtemeters, goed voor enkele lange, maar minder zware heuvelruggen.

Keurige en nette stadjes

Op de akkers maïs, kool, asperges, ajuinen en andere groenten, in de lucht krijsende kraaien, behendige wouwen en cirkelende buizerds en in de verte duiken de eerste silhouetten op van de besneeuwde Alpentoppen. Ik huiver even bij het aanzicht, maar dat zijn zorgen voor morgen.  Ik heb me voorgenomen om een halve dag rust te nemen in Luzern om de batterijen op te laden. Figuurlijk dan, mijn ros is geen e-bike.  De stadskernen van plaatsen als Beromünster, Menziken en Rothenberg verraden de Zwitserse voorliefde voor keurigheid en netheid. De veelkleurige gevels van de burgerhuizen zien er pas  geverfd uit en bakken vol geraniums sieren de vensterbanken. Bloemen smukken de dorpsfontein op, bloemenborders en - perkjes het dorpspleintje. Die kleurenweelde oogt uitbundig, vooral op deze zonnige dag, maar het gevoel van kneuterigheid is nooit ver weg. Maar wie kan er iets op tegen hebben dat je niet alleen in de dorpen, maar ook langs de wegen nauwelijks zwerfvuil vindt en dat alles er kraaknet en goed onderhouden bij ligt. Dat was in Frankrijk en Wallonië lang niet altijd het geval.

Luzern in een oogverblindend decor van bergen en meren

Ik rij Luzern binnen via Emmen, een voorstad met een voortreffelijke ruimtelijke planning, veel waterloopjes, natuurlijke en artificiële, en veel groen en open ruimte tussen de bebouwde stroken.  Luzern zelf is een mondaine stad aan het uitgestrekte Vierwoudstedenmeer, een pleisterplaats voor de rijke Zwitser en buitenlander die van luxe houdt tegen een oogverblindend decor van bergen en meren. 

Maar als ik Luzern binnen fiets, merk ik dat de stad ook een armere buurt heeft, waar opvallend veel mensen van allochtone afkomst wonen. Ik houd halt bij de oever van de Reuss, die de stad doormidden snijdt in een oude en nieuwe stad. Even verderop verbindt de iconische veertiende-eeuwse kapelbrug, de Spreuerbrücke, beide oevers. Daarachter staat de achthoekige watertoren. Dit beeld is het landmark van Luzern. Lang blijf ik hier niet, want zwermen muggen maken van het toeven aan de oever een beproeving. Ik rij naar mijn hotel vlakbij het station, check in en neem een douche. Er resten mij nog een halve namiddag en avond om de stad te verkennen met mijn fiets. Ik rij meteen over de Seebrücke naar het oude stadscentrum. Statige burgerhuizen sieren de oevers en de terrasjes van de tearooms en cafés zitten bomvol.

rooms-katholieke bergkantons

De oude, autovrije binnenstad heeft enkele barokke kerken, waaronder de Hofkirche en de Jezuïtenkerk en tal van pittoreske pleintjes, zoals de Weinmarkt, de Kornmarkt en de Mühlenplatz. De kerken zijn katholiek in Luzern, want hier en in de bergkantons Uri, Schwytz en Wallis zijn de inwoners rooms-katholiek gebleven, terwijl de reformatie vanuit Duitsland en later vanuit het Genève van Calvijn in de noordelijke kantons Basel, Zürich en Bern voet aan de grond kreeg. Het is even wennen om mijn weg te vinden in het web van “gasses” in de oude binnenstad.

Kultur- und Konferenzcenter

De parel van de hedendaagse architectuur in Luzern is het Kultur und Konferenz Center aan de oevers van het Vierwoudstedenmeer, getekend door de Franse architect Jean Nouvel. Het doet me denken aan het Operagebouw van de Deen Jörn Utzon in Kopenhagen, dat ook prominent aan het water staat en dezelfde karakteristieke platte overkraagde luifel heeft.

 

Kultur und Konferenzcenter Luzern met Vierwoudstedenmeer

Hier vertrekken ook boten voor rondtochten op het enorme Vierwoudstedenmeer. Naast het prachtige landschap rond het meer dat hij op rondvaarten kan verkennen, kan hij ook met de boot de oversteek maken naar Vitznau, waar hij een tandrad-trein kan nemen naar het Riggi-gebergte of naar Weggis, waar de kabelbaan hem naar dezelfde bergen brengt. En in de winter kan hij met de trein en bus naar Arth, waar hij de skilift kan nemen om te gaan skiën.

Zwitserland, sinds 1847 gespaard van oorlogen

In de nieuwe stad getuigen de beschilderde en versierde art-nouveau- en art-deco-huizen langs de boulevards van een rijke twintigste eeuw. Zwitserland, en dus ook zijn patrimonium, bleef sinds 1847, de opstand van de katholieke kantons, gespaard van oorlogen en de huizen zijn dus wel in hun originele staat bewaard gebleven. Het heeft niet veel gescheeld nochtans of de Zwitserse neutraliteit was in de Eerste Wereldoorlog aan diggelen geschoten, want zowel Duitland als Frankrijk hadden plannen om elkaar via Zwitserland in de rug aan te vallen. Dat ware een ramp geweest voor de eenheid van het land, want de meerderheid van de Duitstalige Zwitsers sympathiseerden met Duitsland, terwijl de Franstalige Zwitsers achter Frankrijk stonden en de Italiaanse Zwitsers achter Italië, dat toen de kant van Frankrijk had gekozen.

De stad straalt rijkdom en luxe uit. Aan vier- en vijfsterrenhotels (Montana, Luzern Palace, Schweizerhof, Rebstock, Seehotel Hermitage) geen gebrek hier, een betaalbaar hotel vinden is andere koek. In de binnenstad  vindt de toerist zijn gading in winkelstraten met luxeboetieken, antiek- en juwelierszaken en in musea. Het is dan ook niet te verwonderen dat je er toeristen van over de hele wereld aantreft en nogal wat van het kapitaalkrachtige soort. Dat was zelfs in de 19de eeuw al zo.  Maar lang wil ik niet blijven hangen in deze stad van blitse Maserati’s, Chanel mantelpakjes, Ray-banzonnebrillen en Cartierhorloges. Liever laat ik me in deze contreien overweldigen door de grillige pracht van moeder aarde.   

Maar voor ik terugkeer naar mijn  hotel rijd ik vanaf het Kultur und Konferenz Center nog even zuidwaarts langs de oever van het Vierwoudstedenmeer buiten de stad naar Tribschen. Hier woonde de vermaarde componist Richard Wagner zes jaar in een landhuis, dat nu een Richard Wagnermuseum is.   

Richard Wagner in Tribschen, de bromance met Nietzsche    

 

Richard Wagner kwam hier in 1866 op het schiereiland Tribschen aan het meer wonen in een landhuis,  met zijn minnares, de vierentwintig jaar jongere Cosima. Zij was de oudste dochter van componist en pianovirtuoos Franz Liszt, met wie Wagner bevriend was. Met Cosima had hij  twee buitenechtelijke dochters die door Cosima’s eerste man, de dirigent Hans von Bülow, zelf een bewonderaar van Wagner, werden erkend. Wagner zou met Cosima trouwen in 1870 en in Tribschen blijven tot in 1872.  Het landhuis in Tribschen is nu een Wagnermuseum. 

Bromance met Nietzsche 

In Tribschen nodigde Wagner met zijn vrouw graag gasten uit die hem bewonderden. Een van hen was Friedrich Nietzsche, die beschrijft hoe hij samen met Wagner en Cosima langs het meer wandelde en met hen gezellige avonden doorbracht in het landhuis. Nietzsche, die in de muziek en de extatische dans van de dionysische cultus de oorsprong van de Griekse tragedie zag,  geloofde dat Wagner met zijn muziekdrama’s de kunst terug bij haar oorsprong in de Griekse oudheid bracht. In de opera’s van Wagner ontdekt hij weer de muziek als een universele taal van de instincten en hartstochten. Hij beschrijft hoe hij bij het zien van Lohengrin en Tristan und Isolde in een staat van vervoering kwam. Wagner zag zijn opera’s als Gesamtkunstwerken, muziekdrama’s die poëzie, drama, mythen en filosofische inzichten met muziek combineerden.

Vriendschap verzuurt met Ring der Nibelungen

Maar de vriendschap verzuurde en de extatische verheerlijking sloeg om in ontgoocheling en misprijzen. In 1872 verhuisde Wagner naar het Beierse Bayreuth, waar hij een Festspielhaus kon laten bouwen met de financiële steun van een van zijn fans en tevens grootste mecenas,  de toenmalige Beierse koning Ludwig II. Daar voerde hij in 1876 voor het eerst zijn twaalf uur durende Ring der Nibelungen uit, die bestond uit vier delen: Das Rheingold, Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung. 

Na het zien van de Ring der Nibelungen noemde Nietzsche de Festspiele in Bayreuth een bedevaartsoord voor lui die een vorm van artificiële religiositeit zochten en hekelde hij de effectenjagerij van het werk, waarin hij een toegift aan de voor hem verwerpelijke smaak van de massa bespeurde.  Nietzsche vond dat Wagner zijn artistieke ideeën van weleer had verloochend en de muziek ondergeschikt had gemaakt aan het libretto. ‘Parsifal’, Wagners laatste opera, die werd opgevoerd in 1882, deed voor hem helemaal de deur dicht. Hij ontwaarde er een overdreven nadruk op christelijk ideeëngoed in zoals de waardering van het lijden, het medelijden, de zelfopoffering, en het streven naar een soort verlossing in de   mystiek. Wagner verantwoordde die gang naar religieus mysticisme met de bekentenis dat nu de religie kunstmatig was geworden hij het als zijn opdracht beschouwde de kern ervan te redden.

Nietzsche bleef echter zijn hele leven het christendom onderuit halen en verwoordde dat nog eens in De Antichrist, een boek uit 1888, waarin hij de christelijke moraal van lijden en onderwerping hekelt. Het dieptepunt van hun  wederzijdse afkeer was een brief uit datzelfde jaar van Wagner aan de arts van Nietzsche, Doctor Eiser, waarin hij suggereerde dat Nietzsches zwakke mentale en lichamelijke gezondheid wel eens te wijten kon zijn aan overmatig veel masturberen.

Tribschen, Landhuis waar Wagner  in de periode 1866-1872 verbleef

Anti-semitisme

Wagner blijft vooral controversieel omwille van zijn uitgesproken antisemitisme dat tot uiting kwam in zijn pamflet ‘Das Judenthum in der Musik', dat hij schreef onder het pseudoniem K. Freigedank, waarin hij naar een verklaring zoekt waarom zijn afkeer voor Joden instinctmatig zo sterk is, dat rationele bezwaren en inspanningen om er zich tegen te verzetten, daartegen niet op kunnen : 'das unwillkürlich Abstoßende, welches die Persönlichkeit und das Wesen der Juden für uns hat zu erklären um diese instinktmäßige Abneigung zu rechtfertigen, von welcher wir doch deutlich erkennen, dass sie stärker und überwiegender ist, als unser bewusster Eifer, uns dieser Abneigung zu entledigen.'

Hij beweerde ook dat de Duitse Ariërs afstamden van de goden en dat hun natuurlijke heerserspositie door de Joodse economische belangen werden belemmerd. Later was dat 'gefundenes Fressen' voor het racistische ideeëngoed van de Duitse Nazi’s.

Zwitserland: money makes the world go round

800.000 miljonairs

De inmiddels door UBS overgenomen bankgigant Credit Suisse berekende dat inwoners van Zwitserland in 2020 gemiddeld  de rijkste van de wereld zijn. Op 9 miljoen inwoners zijn er 800 000 miljonairs. Credit Suisse had het niet over Zwitsers, maar over residents, want de helft van die miljonairs zijn buitenlanders. Daar zit natuurlijk ook de traditie van het Zwitserse banksysteem achter, dat zijn klanten lang absolute geheimhouding over hun rekeningen garandeerde, wat een ongehoorde aantrekkingskracht uitoefende op  buitenlandse belastingontduikers en -ontwijkers, maar ook op witwassers. Maar onder druk van vooral de VS heeft de Zwitserse Federal Tax Administration sinds 2018 akkoorden met de meeste EU-landen, Japan en de VS om fiscale informatie van buitenlandse klanten en vermoedelijke criminele transacties uit te wisselen. Bovendien wordt buitenlands kapitaal er niet belast en is de Zwitserse Frank een favoriete veilige munt om in te beleggen wanneer andere munten verzwakken bij financiële turbulenties. 

 

Dat er veel rijke Zwitsers zijn die tot de jet set van miljardairs behoren is niet zo verrassend als je het aantal Zwitserse multinationale bedrijven ziet waarin ze aandelen hebben: Nestlé, de rederij MSC, de bank UBS, de farmaceutische groepen Novartis en Roche, de verzekeraars Swiss Re en Zurich insurance group, de bouwmaterialengroep Holcim of de grondstoffen- en ertsenhandelaar Glencore. 

Erfenisrecht en erfbelasting gunstig

Expats kunnen bovendien kiezen of ze hun vermogen laten erven in hun thuisland of in Zwitserland. Zonder testament is het meestal het gunstigere Zwitserse erfrecht van kracht, maar de erfbelasting verschilt van kanton tot kanton. In de twee kantons Obwalden en Schwyz betaalt men zelfs geen erfbelasting.

Grenswerkers, hoge lonen en goedkoop levensonderhoud in thuisland

De lonen liggen ook hoger in Zwitserland, daarom zijn er momenteel zo’n 400.000  grenswerkers, de zogenaamde Grenzgänger, uit de omringende EU-landen Frankrijk, Duitsland en Italië die voor hetzelfde werk een hoger loon krijgen in Zwitserland dan in hun thuisland.  Gemiddeld ligt het brutoloon voor een alleenstaande in Zwitserland bijvoorbeeld dubbel zo hoog als in Duitsland.  Maar in Zwitserland betaalt men dubbel zoveel belastingen, is gezondheidszorg, voeding en andere consumptie er dubbel zo duur en is wonen en energie de helft duurder. Grenzgänger betalen echter de kosten van hun levensonderhoud en de belastingen grotendeels in hun thuisland.  Ze krijgen dus het beste van twee werelden. Ze krijgen de vergunning (Bewilligung) G, als ze minstens éénmaal per week in hun thuisland verblijven en er hun domicilie hebben. In sommige kantons is één op vier loontrekkenden een grenswerker. En wat toeristen betreft: de hoge levensstandaard van de Zwitser maakt ook voor hen consumptie en diensten flink wat duurder dan in de omringende landen.