Woensdag 1 september: Nancy-Epinal

 

In Le Grand Est, de nieuwe naam voor het stuk Frankrijk dat de voormalige regio’s Lorraine, Alsace en Champagne-Ardenne omvat, is het autovrije fietspad langs de Moezelvallei een zegen voor fietsers. Vandaag zal ik er volop van genieten langs het Canal des Vosges. De bewolking van gisteren is verdwenen en het is een stralende nazomerdag. Omdat ik eerst nog even de  indrukwekkende achttiende-eeuwse Place Stanislas en zijn omgeving wil zien,  daal ik door het Quartier Laxou en de universitaire wijk naar het centrum af.

Na het ochtendlijk bezoekje aan de architecturale parels zak ik naar het zuidelijke stadsgedeelte af, waar een invalsweg-met-fietspad, de D570 door een heuvelachtig landschap naar de Moezelvallei loopt. De Moezel maakt een wijde bocht rond de heuvel waartegen Nancy ligt en ik krijg hem ten zuiden van Nancy weer in het vizier ter hoogte van Richardménil.

Langs het Vogezenkanaal en de Moezel

Naast de Moezel ligt het Canal des Vosges met een idyllisch fietspad onder de eiken tussen de waterlopen in. Het is onberispelijk verhard en autovrij, zodat het een comfortabele fietsrit van 60 km belooft te worden. Zitbanken naast het pad, af en toe een bruggetje over het kanaal in een vredig dorp of een sluis voor de boten. Ik rijd naar het zuiden en de zon die weerkaatst op het glinsterende kanaalwater dwingt me een zonnebril op te zetten, maar op de meeste stroken bieden bomen voldoende schaduw. Het is heet en mijn drinkbus is bijna leeg. Daar had ik eerder moeten aan denken. Ik rijd even via een bruggetje over het kanaal het dorp Crévéchamps binnen. Daar verneem ik dat er pas winkels zijn 12 km verderop in Bayon. Een dik half uur later rijd ik de brug over naar Bayon en duik er in de koelkast van een pittazaak naar een fles spuitwater.

Ai, ketting schiet door

Maar op de terugweg beleef ik de schrik van elke fietsreiziger: mijn ketting begint om de drie trappen door te schieten. Ik schrik en vraag me al meteen af hoe ver een fietshersteller in Epinal nog weg is. Nog zo’n 50 km, zo blijkt. Ik schrob mijn ketting schoon met een afgedankte tandenborstel en doe hetzelfde bij de voorste en achterste tandwielen. Bij de eerste trappen loopt de ketting weer even soepel als altijd. Vals alarm, de vrees voor een defecte derailleur bleek ongegrond.

Ik werk op een lommerrijk plekje enkele broodjes naar binnen en zet mijn tocht  verder. Langs dit kanaal wordt duchtig gefietst. Drie Nederlandse stellen met dezelfde Ortliebfietszakken en een koppel op een tandem kruisen mijn pad, maar ook locals die een uitstapje maken, fietsen hier.

Hier en daar vertakt de Moezel met armen die tot vlakbij het kanaal komen. Op de zandbanken lopen eenden, meerkoeten, waterhoenen, reigers en andere watervogels en de kleine beekjes tussen kanaal en zijtakken van de Moezel zitten vol vis, merk ik bij een pauze. Aan de overkant van het kanaal staan enkele lege steenbakkerijen, stille getuigen van een industrieel verleden.

Epinal

Charmes, Nomexy en Igney rij ik voorbij tot ik vrij ontspannen in Epinal arriveer, waar ik een sobere kamer in een goedkoop Première Classe-hotel betrek. Ik ben hier ook niet de enige fietsreiziger, zo te zien. Op elk bordes van de eerste verdieping staan toer- en racefietsen vastgemaakt.  Het budgethotel ligt  enkele kilometers buiten de stad. Het is ook weer tijd voor een wasje van mijn shirts en fietsbroeken met waspoeder dat ik in een plastic zakje heb meegebracht. Daarna hang ik het wasgoed te drogen op de douchestangen. Met wat open ramen droogt het sneller terwijl ik in een nabijgelegen snackbar mijn honger ga stillen.   

Place Stanislas, Nancy

Place Stanislas

De Place Stan, zoals de inwoners ze noemen, is genoemd naar Stanislas Lescinsky, die twee keer voor korte tijd koning van Polen was, maar telkens na een oorlog de plaats moest ruimen voor de Saksische vorsten August II en August III.

Door toedoen van zijn schoonzoon Louis XV werd hij uiteindelijk in 1737 hertog van La Lorraine, maar moest wel de bestuurlijke aangelegenheden aan een Franse plaatsvervanger overlaten. Bijgevolg hield hij zich met kunst, literatuur en architectuur bezig. Hij liet het plein aanleggen door de architect Emmanuel Héré die in nauwelijks drie jaar tussen 1752 en 1755 de klus klaarde.

Schoolvoorbeeld van Frans classicisme

Het vierkanten plein is een schoolvoorbeeld van het harmonisch geproportioneerde Franse classicisme met de Opera en het Grand Hotel aan de oostkant, gescheiden door een straat en  daar tegenover het Musée des Beaux Arts en het Pavillon Jacquet aan de westkant, eveneens gescheiden door een straat. Aan de Zuidkant staat het monumentale stadhuis, daar tegenover aan de noordkant leidt een straat doorheen een triomfboog naar de Place de la Carrière. Alle façades zijn in dezelfde stijl opgetrokken en midden op het plein prijkt het standbeeld van de Hertog in volle ornaat. De vier hoeken van het plein zijn verfraaid met verguld smeedijzeren hekwerk.  Het plein leent zich ‘s avonds uitstekend tot lichtspektakels zoals ik bij een eerder bezoek heb mogen vaststellen. Place Stanislas  is samen met Place d’Alliance en de Place de la Carrière sinds 1983 Unesco werelderfgoed. Place d’Alliance, omgeven door geleide  lindebomen en identieke herenhuizen doet sterk denken aan de bekende Place des Vosges in Parijs.  De Place de la Carrière kijkt door de triomfboog, de Arc Héré uit op de noordkant van de Place Stanislas en is omringd door gerechtshoven en administratieve gebouwen.  Het ensemble wordt door de Unesco geprezen voor de manier waarop Stanislas en Héré architecturaal gestalte hebben gegeven aan het verlichtingsidee om het volk via publieke pleinen toegang te verlenen tot publieke gebouwen. 

Le Canal des Vosges

 

Merkwaardig, terwijl ik langs het kanaal fiets, heb ik het gevoel dat ik lichtjes stijg. Dat klopt, het fietspad tussen Richardménil en Epinal gaat 120 meter bergop over 60 km. Het volledige Canal des Vosges zelf is 123 km lang en telt 97 sluizen die de boten helpen het niveauverschil van 220 meter te overbruggen. Nu is er vooral nog plezierbootvaart op het kanaal.

Canal de l'Est, verbinding tussen Saône en Moezel

Voorheen heette het kanaal  ‘Branche sud du Canal de l’Est, waarmee bedoeld werd: het zuidelijke deel van het 439 km tellende Canal de l’Est dat de  Moezel en de Maas zuidwaarts met de Saône verbindt. De Saône is op zijn beurt een zijrivier van de Rhône, die in de Middellandse Zee uitmondt. Dat zelfde Canal de l’Est, dat voltooid werd in 1880, wordt door een kanaal tussen Nancy en Straatsburg ook met de Rijn verbonden, zodat er vanaf de Middellandse zee niet alleen kanaalverkeer mogelijk is naar de Belgische Maas, maar ook naar de Rijn, die allebei bij Rotterdam uitmonden in de Noordzee. Er kan zo van de Moezel, de Maas, de Rijn en zelfs de Noordzee naar de Middellandse Zee gevaren worden.