Dinsdag 31 augustus: Metz-Nancy 

 

Na de loodzware rit van gisteren wil ik het vandaag wat rustiger aan doen. Ik start met een rondrit op mijn fiets door de binnenstad van Metz. Ik passeer bij de stemmige Place Saint-Louis, de middeleeuwse marktplaats uit de veertiende eeuw die omgeven is door een gaanderij met arcades, en ontbijt er op een terras met croissants en een cappuccino

Place Saint-Louis, Metz

 

Vandaag wordt een rit stroomopwaarts langs de Moezel naar Nancy, de al even mooie hoofdstad van La Lorraine. Tegen de middag ga ik op zoek naar het jaagpad langs de Moezel dat de stad uit leidt, maar zo eenvoudig lijkt dat niet. Er liggen immers drie eilanden in de Moezel vlakbij het centrum met verschillende bruggen en oevers en bewegwijzering is er nauwelijks.

fietsroute Karel de Stoute

Uiteindelijk vind ik het pad langs het Canal de la Moselle, de véloroute Charles le Téméraire, maar het is dan al over half twee. Na een blik op google maps merk ik dat ik het heuvelrijke parcours dwars door het binnenland van La Lorraine gedeeltelijk had kunnen vermijden door voorbij Longwy mij een weg te zoeken naar het meer noordelijk gelegen Thionville.

 

 Thionville ligt langs de Moezel ten noorden van Metz, maar de fietsroute Charles Le Téméraire (Karel de Stoute), die van Brugge naar Dijon loopt, komt er voorbij. Van Thionville is het langs de Moezel zo’n 35 kilometer vlak naar Metz. Datzelfde Moezelfietspad wil ik nu wel zoveel mogelijk volgen tot in de Vogezen, waar de rivier ontspringt.  

Het Canal de la Moselle loopt langs de Moezel en zijn vele vertakkingen dode armen en plassen. Ik zet er meteen vaart in en rij beurtelings op het pad van Charles le Téméraire en op de D6 richting Pont-à-Mousson. 

Ten westen van de D6 strekt zich over 200.000 ha  het Parque Naturel Régional de la Lorraine uit met bossen, pittoreske dorpjes en meren. Ik had er wel eens even willen doorheen fietsen, maar de zijweggetjes op de flanken van de moezelvallei die er naartoe leiden, zijn zo steil, dat ik het plan laat varen. En bovendien, het is al laat in de namiddag en ik heb er nog maar heel weinig kilometers op zitten. Hier kom ik vast nog eens wandelen en kam het natuurpark wat grondiger uit, neem ik me voor. 

 

Charles le Téméraire (Karel De Stoute) droomt van een koningskroon, maar sneuvelt op het slagveld

De fietsroute Charles le Téméraire loopt van Brugge naar Dijon in Bourgogne over het Belgische Martelange, over het Luxemburgse Schengen en de Franse steden Thionville, Metz, Nancy,  en Epinal. Charles le Téméraire, of Karel de Vermetele is niemand minder dan Karel de Stoute, de hertog van Bourgondië die zowel regeerde over de Zuidelijke Nederlanden als over Bourgogne. Hij stierf in oktober 1474 vlakbij Nancy in een veldslag tegen een coalitie van Hertog René van Lotharingen en een confederatie van Zwitserse kantons en steden.

Tragisch figuur, verblind door grootheidswaanzin

Karel gaat de geschiedenis in als een autoritaire, diepgelovige en vooral hyperambitieuze heerser, die vooral de wapens liet spreken om zijn conflicten te beslechten en daarin overigens niet echt succesvol was. Sterker nog, volgens sommige geschiedschrijvers was hij een diep tragische figuur, die verblind door overmoed en grootheidswaanzin zijn ondergang inliep. Om zijn vele oorlogen te bekostigen moest hij voortdurend belastingen heffen. Bijna de helft van zijn leger bestond immers uit Britse boogschutters en Italiaanse huurlingen die werden geronseld door de beruchte condottieri, die niet alleen voor de soldij vochten maar ook voor de buit die ze na een overwinning en de bijhorende plunderingen voor zich konden houden. De vele belastingheffingen maakten Karel allesbehalve populair bij stedelingen uit Gent, Luik, Dinant en andere steden. En autoritair als hij was, strafte hij ongehoorzaamheid van rebellerende steden genadeloos af. 

Filips de Goede, zijn vader

Karel erfde bij de dood van zijn vader Filips de Goede het hertogdom Bourgondië met in het Noorden een territorium dat zich uitstrekte over een deel van het huidige Nederland, het huidige België en Luxemburg en in Noord-Frankrijk de gebieden Artois, Picardië en Boulogne. Filips De Goede had bekomen dat hij niet langer leenplichtig was aan zijn neef, de Franse koning, eveneens van het huis Valois, en had een aantal graafschappen kunnen toevoegen aan zijn grondgebied. In ruil daarvoor had hij zijn bondgenootschap met Engeland in de Honderdjarige Oorlog moeten opschorten.

Oorlog met Franse koning Louis XI

Van zodra Karel bij de dood van zijn vader de nieuwe hertog werd, leidde hij een opstand van Franse vazallen, verenigd in de Ligue du Bien Public tegen de Franse koning Louis XI. Het kwam tot een veldslag in Monthléry, die eigenlijk onbeslist eindigde, maar in de onderhandelingen wist Karel opnieuw de steden van de Somme en het graafschap Boulogne in Noord-Frankrijk bij zijn hertogdom in te lijven.

Maar Louis XI was een handig diplomaat en een intrigant als het moest. Hij zette de rebelse steden Luik en Dinant op tegen Karel, die keihard riposteerde. Hij stuurde strafexpedities naar de steden en richtte onder de bevolking slachtpartijen aan.  Karel De Stoute broedde ook op een plan op om samen met de nieuwe Engelse koning Edward IV, de broer van zijn derde vrouw, Margareta van York, ten strijde te trekken tegen Frankrijk. Maar dat kwam koning Louis ter ore en hij gooide het op een akkoordje met de Engelse koning. Met een afkoopsom wist hij een einde te maken aan de honderdjarige oorlog met Engeland en verijdelde zo het plan van Karel, die zijn belangrijkste bondgenoot verloor. 

Een rijk van de Noordzee tot in Bourgondië

Karels ambitie was een rijk van de Noordzee tot in Bourgondië uit te bouwen als een bufferstaat tussen Frankrijk en Duitsland, een Middenrijk, en … dat uiteindelijk te bekronen met een koningskroon op zijn hoofd. Hengelend naar wat goodwill  bij de Duitse keizer Frederik III voor zijn ambitieuze plannen verloofde hij zijn dochter Maria van Bourgondië met diens zoon, Maximiliaan, aartshertog van Oostenrijk. Maar om zijn rijk territoriaal vorm te geven  moest Karel de ontbrekende schakel Lotharingen en zijn hoofdstad Nancy veroveren. Aanvankelijk lukt dat in 1475, wanneer hij na een belegering de zwak verdedigde stad als winnaar kon binnentrekken. Het toppunt van zijn macht was bereikt.

Maar vanaf dan loopt het al vlug mis. Aan zijn oostgrens waren er steeds meer schermutselingen met de Zwitserse Confederatie, waarin de steden Luzern, Bern en Zürich en de kantons Uri, Schwyz en Unterwalden zich hadden verenigd. Het komt tot een treffen in Grandson en Karels leger slaat op de vlucht. Intussen had hertog René II van Lotharingen het verzet georganiseerd en samen met rebellerende steden uit de Elzas het grootste deel van Lotharingen heroverd. Samen met de Zwitserse Confederatie verslaan ze het Bourgondische leger  en zijn slecht betaalde, gedemotiveerde Italiaanse huurlingen in twee veldslagen in Grandson en Murten. Louis XI, die een nieuwe machtige buur aan zijn grenzen liever kwijt dan rijk was, sponsorde in het geheim de Zwitsers  financieel.

Karel sneuvelt

Met het geleende geld van de Medicibankier Portari wist Karel een half leger op de been te brengen in een vermetele poging om Nancy alsnog te veroveren. Maar door de lange belegering waren zijn soldaten gedemotiveerd en op de koop toe liep de Italiaanse huurlingenleider Campobasso over naar het vijandige kamp, waar meer te verdienen viel. Karels leger werd door de Zwitsers en de Lotharingers in de pan gehakt. Het naakte lichaam van Karel de Stoute werd uiteindelijk verminkt teruggevonden bij een bevroren meer, zijn gezicht aangevreten door wolven of roofvogels, zo wordt gezegd. Karel De Stoute stierf zonder mannelijke erfgenaam in 1476 en Louis XI maakte van het machtsvacuum in Bourgondië gebruik om Picardië, Boulogne, de steden van de Somme en zelfs Artesië (Artois) te heroveren.

Maximiliaan stopt de noordelijke expansie van Frankrijk

Maria van Bourgondië, nauwelijks 20 jaar bij de dood van haar vader,  liet in Vlaanderen de Staten-Generaal samenkomen om de militaire verdediging tegen Frankrijk te organiseren en moest de steden in ruil heel wat privileges toestaan. Ze haastte zich om te huwen met haar verloofde, Maximiliaan, zoon van de Duitse Keizer Frederik III in 1477. Maximiliaan wordt door de Vlaamse steden  als de beschermheer in de Nederlanden verwelkomd, maar intussen wist Louis XI alle gebieden ten zuiden van Vlaanderen te veroveren: Boulogne, Artesië en de steden van de Somme. Uiteindelijk slaagde Maximiliaan erin in de slag bij Guinegate in 1479 samen met de Vlaamse steden de troepen van de Franse koning tot staan te brengen.

Verlies van Bourgondië aan Frankrijk

Bij de onderhandelingen van Atrecht (Arras) in 1482 beriep de Franse koning Louis XI zich intussen op de Salische wet om aanspraak te maken op Bourgondië. Maria van Bourgondië kon immers geen hertogin worden, beweerde hij, want die wet erkent geen vrouwelijke troonopvolgers. Van het ooit zo machtige Bourgondische rijk bleef voor Maria alleen een gebied over dat overeenkomt met de Lage Landen. En door haar huwelijk met Maxiliaan vielen de Nederlanden definitief in handen van de Habsburgers.  Hun zoon, Filips De Schone, was de vader van de bekendste aller Habsburgers: Keizer Karel V.  Karel De Stoute en Maria van Bourgondië  hebben elk een praalgraf in de Onze Lieve Vrouwekerk in Brugge. 

Voor een levendige reconstructie van 's mans levenswandel verwijs ik graag naar Bart Van Loo's onovertroffen bestseller 'De Bourgondiërs'

 

Rogier Van der Weyden, Karel De Stoute (Charles le Téméraire)

 Saint-Gobin

In Pont-à-Mousson verrijst de indrukwekkende fabriek van Saint-Gobin Pam met zijn drie hoogovens, die er metalen buizen en pijpen produceert. Saint-Gobin is één van de grootste Franse multinationals die jaarlijks 50 miljard euro omzet draait, niet alleen met metalen pijpen maar ook met bouwmaterialen, die het via diverse distributieketens (Point.P, Cedeo enz) verdeelt. Daarnaast maakt Saint-Gobin ook isolatie voor daken en muren (Isover), pleistermaterialen onder het merk Gyproc, glas voor ramen in gebouwen en voor autoconstructeurs (Sekurit). Kortom, Saint-Gobain verschijnt bijna dagelijks wel ergens in het leven van de doorsnee Fransman (en Belg Voor Even buiten de omgeving van de fabriek, op de rand van een speelterrein verorber ik op een zitbank mijn sandwiches, terwijl ik het gedrag van puberjongens gadesla, die er op toestellen met acrobatenstunts proberen indruk te maken op nogal uitdagend geklede meisjes van hun leeftijd, die wat gespeeld onverschillig over hun smartphones gebogen zitten.

Ik besluit weer een fietsroute op te zoeken en beland even verderop op een bewegwijzerd pad dat 15 km lang door een lappendeken van vijvers, bosjes en waterloopjes rond de Moezel leidt. Hier is het heerlijk fietsen op onverharde landweggetjes tussen de rietpluimen, het lis en de waterlelies. De vissers slaan nauwelijks aandacht op me. Hier en daar rij ik door boomgaarden met appelbomen en zelfs mirabellen. 

Krantenwinkeltje

Uiteindelijk  beland ik in Belleville op de D657 richting Pompey, Frouard en Champigneulles, al halve voorsteden van Nancy. In Pompey stap ik een krantenwinkeltje binnen om mijn drinkbus te vullen met inhoud uit de koelkast. De goedgeluimde winkeljuf is nieuwsgierig. Ze heeft mijn fietstassen in de gaten en vraagt waar ik vandaan kom en naartoe rijd. Buiten voor haar winkeltje zet ze haar mondmasker af en vraagt of ik ijs voor in mijn drinkbus nodig heb. Het wordt een geanimeerd gesprek. Ze fietst ook, ze heeft zelfs een racefiets. De spontane conversatie fleurt me op. 

Even komen jeugdherinneringen in me op aan de verbale verleidingsspelletjes, waarin sommige Franse meisjes erg bedreven bleken. Maar - stop dreaming! - een nieuwe klant eist haar aandacht op.  Ze wuift me uit.

Onoverzichtelijk bos verkeersborden in de periferie van Nancy

Nu wordt het weer ernst, want ik moet Nancy zien binnen te rijden en dat gaat gepaard met het nodige klimwerk en een labyrint van invals- en ringwegen. Voorbij Frouard raak ik letterlijk even het Noorden kwijt. De D657- invalsweg is een drukke baan met vier rijstroken voor gemotoriseerd verkeer en zonder fietsstrook geworden. Daarom zoek ik een rustiger manier om Nancy binnen te rijden, maar via een bos van onoverzichtelijk opgestelde verkeerswegwijzers op een rotonde kom ik in een gigantisch winkelpark terecht  waar ongeveer alle straten doodlopen. Ik heb mijn hotel aan de zuidwestelijke rand  gekozen in de wetenschap dat het een handige uitvalsbasis zou zijn om de volgende dag verder naar het zuiden te trekken. Maar Nancy ligt als een amfitheater tegen de heuvels en mijn hotel ligt helemaal bovenaan.

Met honger naar bed

In het schemerdonker klim ik een half uur lang de ringweg omhoog tot ik aan de rand van een medisch technologiepark bij mijn hotel arriveer. Ik word er vrij koel ontvangen, sleep mijn fiets naar de wandelgalerij op de eerste verdieping en ga op zoek naar de resten van wat eetbaar is in mijn fietszakken. Want hier, vlakbij de ringweg, zijn geen eetgelegenheden te vinden. En van hieruit naar het centrum fietsen zou betekenen dat ik op de terugweg opnieuw die klimpartij zou moeten overdoen en daar dank ik feestelijk voor.   Mijn humeur zakt, mijn stressniveau stijgt en de dag eindigt in mineur. De honger kan ik niet meer stillen, maar vermoeidheid overmant mij en ik val in slaap. Zo bijzonder lastig was deze etappe niet, maar de vermoeidheid begint zich op te stapelen, voel ik en de rit is weer eens veel langer uitgevallen dan ik op de kaart had uitgestippeld.