Taras, een Spartaanse kolonie
Dorisch-Griekse kolonisten zetten in de omgeving van het huidige Taranto in 706 voor Christus voet aan wal, nauwelijks een halve eeuw na de stichting van Rome. Die kolonisten waren zonen geboren uit koppels van ongehuwde Spartaanse vrouwen met niet-Spartaanse mannen. Het werd de vrouwen namelijk tijdelijk toegestaan om niet-Spartanen als partner te nemen omdat er meer soldaten nodig waren om oorlog te voeren. Later werden ze wel uit Sparta verbannen en zetten ze koers naar het Italiaanse schiereiland.
Ze stichtten hier de nederzetting Taras, die de naam kreeg van de zoon van de Griekse zeegod Poseidon en de nimf Satyrion. Toen Taras schipbreuk leed, zond Posseidon hem een dolfijn die hem redde van de verdrinkingsdood. Vandaag zit Taras nog steeds op de rug van een dolfijn in het wapenschild van de stad, net zoals op de plaatselijke munten uit de vierde eeuw voor Christus. Aanvankelijk was Taras een koninkrijk, maar werd later uiteindelijk een democratie.
Sparta, geen model om te volgen
Zijn bestuursvorm en gebruiken kopieerde Taranto evenwel niet uit de stad van herkomst, Sparta. Gelukkig maar voor de omwonenden van de stadstaat. De Spartanen hadden immers de gewoonte om de verslagen volkeren als slaven of heloten, een soort onvrije boeren, het land te laten bewerken. Ze waren eigendom van de stadsstaat en werden ook ingezet als licht bewapende soldaten. Ook de kinderen in Taras mochten zich gelukkig prijzen, want in Sparta kregen hun leeftijdgenoten uit Laconië vanaf hu zevende levensjaar een harde opvoeding in kazernes, waarbij tucht, zelfdiscipline en soberheid de maatstaven waren. Daarna begon hun twaalfjarige opleiding tot hopliet, de geduchte gevechtsmachine, waar Sparta zijn militaire reputatie op bouwde. De moed, het eergevoel en de volharding van hoplieten was bovenmenselijk, hun plichtsbewustzijn en hun offerbereidheid voor hun stadstaat ongeëvenaard.
Ze kregen even de tijd om te trouwen rond hun twintigste en moesten daarop terug naar de kazerne. Ook vrouwen kregen een militaire opleiding om de stadstaat te verdedigen als de mannen ten oorlog trokken. Het leverde Sparta militair de overwinning op in de Peloponnesische oorlogen tegen Athene. Zonder meer griezelig was dat een raad van ouderen besliste of een kind het waard was om een opvoeding te krijgen. Zwakke en gehandicapte kinderen werden simpelweg van de rotsen gegooid. Het inspireerde Hitler tot zijn euthanasieprogramma T4, dat (mentaal) invalide mensen deed inslapen. Zijn geschifte kijk op menselijkheid ontlokte hem de uitspraak: ‘Hun vernietiging is in werkelijkheid duizend keer menselijker dan de waanzin om dergelijke pathologische subjecten in leven te houden.’ Volgens de nazi-doctrine waren de Spartanen een Dorische volksstam die uit het Noorden kwam en maakten ze deel uit van het superieure Arische ras. Daarom verdienden ze verheerlijkt te worden. Hun xenofobie en hun hang naar zuiverheid inspireerden racistische en fascistische theorieën. Ze waren de proto-fascistische staat, de perfecte tegenpool voor de naar democratie hunkerende Atheners.
In Sparta, zo wil de legende, bijeengeharkt door gefascineerde historici als Herodotos, verkozen de soldaten de dood boven de overgave. Het toonbeeld van heldhaftigheid was de slag bij de Thermopylae, waar de Spartaanse koning Leonidas en 300 hippolieten een bergpas van nauwelijke een tiental meter breed twee dagen lang met een ondoordringbare falanx wisten te verdedigen tegen het immense Perzische leger van Xerxes, dat op dit terrein nauwelijks kon profiteren van zijn numerieke overmacht van naar schatting 300.000 soldaten. Maar toen verscheen de Griekse verrader Ephialtes ten tonele. Hij verklapte aan de Perzen dat er een andere minder goed verdedigde bergpas was die ze konden oversteken. Toen de Perzen de Grieken dreigden in te sluiten, gaf Leonidas de Grieken uit andere steden de raad zich terug te trekken zodat ze later de strijd zouden kunnen verderzetten. Hijzelf zou met zijn Spartanen de pas blijven verdedigen tot de dood. Wat er niet wordt verteld is dat er ook nog eens 500 heloten (lichtbewapende slaven), 700 Thespiërs en 400 Thebanen achterbleven om de pas te helpen verdedigen. Veel heeft de heroïek in de Thermopylen niet uitgehaald. Enkele dagen later legden de Perzen Athene in as.
Archytas van Taras
Archytas, een verlichte heerser
Taras bleef zijn Spartaanse wortels trouw. In de Peloponnesische oorlogen tussen 431 en 404 voor Christus koos het de zijde van Sparta tegen Athene. De stad beleefde zijn hoogtepunt van economische welvaart en militaire macht enkele decennia later in de eerste helft van de vierde eeuw (400-350) voor Christus. De oostelijke kust van Zuid-Italië ë aan de Ionische zee lag toen al bezaaid met Griekse kolonies. Meestal waren het stadstaten die soms tijdelijk verbonden aangingen om tegen elkaar te vechten of tegen de autochtone Italische volkeren van het binnenland als de Samnieten uit Abruzzo of de Brutii uit Calabrië. Naast Taras waren de buurstadstaten op de oostkust hier Heraclea, Thurii, Croton, Caulonia en Locri. Ook op de oostelijke en zuidelijke kust van Sicilië werden tal van Griekse nederzettingen gebouwd zoals Naxos, Syracuse en Akragas (Agrigentum). Zelfs langs de kust van de westelijke Thyreense zee stichtten de Grieken stede, ams Neapolis (Napels) en Posseidania (Paestum), die handel dreven met de Etrusken in Toscane. https://museotaranto.beniculturali.it/en/
De handel tussen Taras en het Griekse thuisland floreerde en in die bloeiperiode werd de stadstaat geruime tijd bestuurd door Archytas (428 -347 v. Christus). Hij was een wiskundige en filosoof werd zeven jaar op rij verkozen tot strategos, de militaire opperbevelhebber, die ook de stad bestuurde. Hij was een gematigd en wijs heerser. Als staatsman en krijgsman was hij in zijn tijd onovertroffen. Onder hem was Taranto de machtigste stad van Zuid-Italië.
Als wiskundige en filosoof liet hij Plato, een tijdgenoot en vriend, kennismaken met de inzichten van Pythagoras. Zelf zou Archytas belangrijke inzichten hebben aangebracht in de mechanica, die kracht, beweging en massa onderzocht en zijn opvattingen over de bestuurlijke organisatie van de staat zouden Plato hebben geïnspireerd voor zijn boek over de Republiek. Volgens sommigen stond Archytas model voor de filosoof-koning in Plato’s ‘De Republiek’, de bestuurder van de ideale staat. Een heerser kon alleen het maximaal mogelijke geluk in de staat garanderen als hijzelf grondig de filosofie had bestudeerd en de absolute waarheid in de verschijnselen herkent, schrijft Plato. De bekende Griekse filosoof zou ook aan Archytas zijn leven hebben te danken. Toen hij werd vastgehouden door de tiran van Syracuse, Dionysius II, wist Archytas hem met succesvolle diplomatie vrij te krijgen. Van Archytas zelf zijn geen werken bewaard gebleven, alleen fragmenten. Zijn nadruk op harmonie, zijn morele levensopvattingen en zijn leiderschapsethiek getuigen van een sterke invloed van Pythagoras.